De Nationale Circulaire Plastic Norm (bijmengverplichting) uitgelegd: Deel 2

10 januari 2024

In het eerste deel van deze reeks hebben we de basis van de Nationale Circulaire Plastics Norm, ook wel de bijmengverplichting genoemd, en het doel van deze baanbrekende regelgeving in Nederland belicht. Nu duiken we dieper in de duurzame en economische impact ervan. Cruciale vragen staan centraal: maken deze normen kunststof producten duurder? En wat betekent dit voor de positie van Nederlandse bedrijven op de Europese markt?

Korte Terugblik: De Nationale Circulaire Plastics Norm

  • Doel van de Norm: De Nationale Circulaire Plastics Norm stelt specifieke eisen aan het percentage hergebruik (recyclaat) en hernieuwbare (biobased) materialen in plastic producten. Met als doel bevordering van een circulaire economie in de kunststofindustrie door het gebruik van duurzamere materialen en processen.
  • Definitie van recyclaat: Recyclaat is materiaal dat is gewonnen uit gerecyclede kunststoffen. Het omvat materialen die zijn teruggewonnen uit zowel consumenten- als industriële afvalstromen. Er bestaat echter onduidelijkheid over wat precies onder de definitie van recyclaat valt. Het is duidelijk dat post-consumer materialen inbegrepen zijn, maar de status van post-industrial materialen blijft onzeker.
  • Rol van converters: Converters, de bedrijven die polymeren omvormen tot plastic producten, spelen een cruciale rol in het voldoen aan de norm door recyclaat en biobased materialen te integreren in hun productieprocessen.
  • Handelsregister voor hernieuwbare polymeereenheden: Hernieuwbare polymeereenheden zijn een maatstaf voor de hoeveelheid biobased of gerecyclede polymeren die in producten worden gebruikt. Het handelsregister is een mechanisme om het gebruik van hernieuwbare polymeren in de productie te registreren en te bevorderen.

Is De Nationale Circulaire Plastics Norm haalbaar?

Wat is de opbrengst van recyclaten uit het recyclingproces. Bron: Plastics Europe.

De Nationale Circulaire Plastics Norm stelt ambitieuze doelstellingen voor zowel mechanische als chemische recycling, evenals voor de productie van biobased materialen. De haalbaarheid van deze norm wordt beïnvloed door verschillende factoren, met name de huidige capaciteit en ontwikkeling van biobased productie.

Op dit moment bevindt de productie van biobased materialen zich in een beginfase, met minder dan 1% van de totale productie. Deze lage productiegraad vormt een significante uitdaging voor het realiseren van de gestelde doelstellingen van de norm. Om de ambitieuze doelstelling van 30% te bereiken, is het essentieel dat een aanzienlijk deel van deze norm vervuld wordt door biobased productie. Dit komt doordat recyclingprocessen, zowel mechanisch als chemisch, naar schatting slechts tot 25% kunnen bijdragen aan het behalen van deze norm.

De opschaling van biobased productie is daarom cruciaal en kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Een optie is de import van biobased materialen, wat een onmiddellijke, en tegelijk tijdelijke, oplossing kan bieden. Een meer duurzame oplossing zou de ontwikkeling van een nieuwe biobased fabriek in Nederland zijn, wat zou leiden tot een meer autonome en controleerbare productiecapaciteit. Voor het stimuleren van deze ontwikkeling kunnen subsidies een sleutelrol spelen, door het verlagen van de financiële drempels voor investeringen in biobased productietechnologieën.

In het licht van deze factoren is duidelijk dat het behalen van de norm een combinatie van technische innovatie, beleidsondersteuning en marktontwikkeling vereist. De succesvolle implementatie van de norm zal niet alleen afhangen van de technische haalbaarheid, maar ook van de bereidheid van de industrie en de overheid om te investeren in en te ondersteunen bij de transitie naar meer duurzame productiemethoden.

Wat levert De Nationale Circulaire Plastics Norm op?

In de kern van de transitie naar een circulaire economie ligt het principe van het sluiten van de grondstoffenkringloop. Een van de huidige uitdagingen in de marktcontext is het gebrek aan stimulansen om het gebruik van primair fossiel plastic uit te faseren. De Nationale Circulaire Plastics Norm maakt deel uit van Nederland's ambitieuze doelstelling om in 2030 de CO2-uitstoot met 60% te reduceren, wat een aanzienlijke vermindering van het gebruik van fossiele grondstoffen vereist. Deze inspanning wordt echter bemoeilijkt door het uitblijven van Europese goedkeuring voor een heffing op virgin materialen, mogelijk beïnvloed door de lobby van plastic producenten. Deze context van zowel nationale ambitie als Europese beleidsdynamiek vormt de achtergrond waartegen de impact van de Circulaire Plastics Norm op het milieu wordt geëvalueerd.

Doelstellingen

Het circulaire plastic beleid van de overheid speelt een centrale rol in de transitie, de Nederlandse overheid heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor het circulair maken van plastics. Dit beleid richt zich op twee hoofdgebieden:

1. Reductie en preventie: Ondanks de voordelen van plastics, zoals efficiëntie, veelzijdigheid, betaalbaarheid, en sterke materiaal karakteristieken, is het doel om het gebruik van plastics die moeilijk recyclebaar zijn of eenmalig worden gebruikt, te verminderen of voorkomen. Dit omvat onder meer plastics met een gemengde samenstelling die recycling bemoeilijkt of onmogelijk maakt.

2. Verduurzaming: De focus ligt op het verduurzamen van plastics gedurende hun gehele levenscyclus. Dit omvat het gebruik van duurzame grondstoffen, het minimaliseren van grondstofgebruik ('narrow the loop'), het maximaliseren van de levensduur van producten en grondstoffen ('slow the loop'), en het hoogwaardig hergebruiken van materialen ('close the loop').

Overzicht van hoe een circulaire economie eruit kan zien. Bron: Rijksoverheid.

Mogelijk scenario kunststofketen. Bron: Transitieagenda Kunststoffen.

Versnelling van Circulaire Plasticketens

In het kader van de transitie naar een circulaire economie is de versnelling van circulaire plasticketens van cruciaal belang. Deze benadering focust op het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen en het vergroten van het gebruik van duurzamere alternatieven zoals recyclaat en biobased plastic. De belangrijkste aspecten op een rij:

  • Vervanging van fossiel plastic: Een kernstrategie is het vervangen van fossiel plastic door recyclaat of biogebaseerd plastic, wat aanzienlijk bijdraagt aan de reductie van CO2-uitstoot.
  • Doelstellingen: Het doel is om 700 kton CO2-reductie per jaar te bereiken vanaf 2030, als een stap in het behalen van zowel nationale als internationale milieuverplichtingen.
  • Normering en stimulering: De overheid heeft normen vastgesteld voor het gebruik van recyclaat en biogebaseerd plastic, en ondersteunt bedrijven bij het voldoen aan deze eisen.
  • Aanvullende maatregelen: Deze omvatten maatregelen om afvalverbranding van plastics te verminderen en CO2-heffingen te verhogen.

Potentiële beperkingen

  • Import van Virgin Plastic: Er bestaat een risico dat Nederlandse consumenten en bedrijven meer virgin plastic producten uit het buitenland gaan kopen, wat de effectiviteit van de norm kan ondermijnen.
  • Inkoop van Recyclaat door Nederlandse Converters: Een andere uitdaging is de mogelijke inkoop van recyclaat uit het buitenland door Nederlandse bedrijven, wat de beoogde milieueffecten kan beperken.
  • Afhankelijkheid van Europees Beleid: De effectiviteit van de Nationale Circulaire Plastics Norm is afhankelijk van het aanvullende effect ten opzichte van het bestaand Europees beleid. Bij een norm van 30%, waarvan een deel biobased mag zijn (22% recyclaat, 8% biobased), kan de maximale CO2-winst 400 kton zijn onder Europese verplichtingen.

Economische effecten

Verwerkers kunnen niet altijd recyclaat gebruiken omdat hun productieprocessen meestal zijn afgestemd op specifieke grondstoffen. Niet elk type recyclaat is geschikt voor elk productieproces, vooral niet als er strenge eisen gelden, zoals bij voedselverpakkingen. Daarom is het nodig om een handelsregister op te zetten. Met dit register kunnen certificaten voor hernieuwbare polymeren worden verhandeld, zodat bedrijven de juiste recyclaat- en biobased grondstoffen kunnen kopen die passen bij hun productieprocessen en specificaties. Dit draagt bij aan de implementatie van de Nationale Circulaire Kunststoffen Standaard.

Om dit te implementeren trekt CE Delft een slimme vergelijking met het NEa Energieregister Transport, dat fungeert als handelsregister voor hernieuwbare brandstoffen (HBE's), voor kunststoffen zouden dit Hernieuwbare Polymeer Eenheden (HPE's) kunnen worden. Deze staan voor het aandeel gerecycled plastic, biobased plastic of een combinatie daarvan.

Invloed op de Markt

1. Keuzes van afnemers: Door de stijging van de kostprijs kunnen afnemers van plastic producten, zoals autofabrikanten, elektronicafabrikanten en voedselproducenten, ervoor kiezen om hun producten in het buitenland in te kopen in plaats van in Nederland.

2. Internationale markt: De internationale plastic markt kent aanzienlijke import- en exportstromen, wat duidt op een globale invloed en onderlinge afhankelijkheid van verschillende landen in deze sector. Echter, door het ontbreken van precieze kwantitatieve gegevens, is de exacte omvang en volledige implicaties van deze handelsstromen moeilijk vast te stellen.

3. Productieverliezen en weglekeffecten: Een verhoging van de kostprijs voor Nederlandse convertors kan leiden tot productieverliezen in Nederland en een verschuiving van productie naar het buitenland.

Potentiele manieren om de effecten van het grondstoffengebruik terugbrengen binnen de draagkracht van de aarde. Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Plastic keten, heffingspunt en aantal heffingsplichtigen. Bron: CE Delft.

Het Speelveld Gelijk Maken

Binnen de kaders van de Nationale Circulaire Plastics Norm vormen gelijke kansen en gedeelde verantwoordelijkheden een fundamenteel aspect. Deze benadering heeft tot doel een eerlijke en duurzame markt te bevorderen binnen de kunststofindustrie, met als cruciale elementen:

1. Versterking van Eerlijke Concurrentie:
Om eerlijke concurrentie te waarborgen, worden eenduidige normen geïmplementeerd die ervoor zorgen dat alle bedrijven, ongeacht hun omvang, aan dezelfde milieustandaarden voldoen. Deze aanpak stimuleert innovatie als een noodzaak, waardoor alle spelers worden aangemoedigd om duurzame oplossingen te onderzoeken en te implementeren.

2. Samenwerking op Internationaal Niveau:
In de streven naar samenwerking op internationaal niveau wordt harmonisatie met EU-standaarden nagestreefd, waardoor wordt verzekerd dat Nederlandse normen in lijn zijn met Europese richtlijnen. Bovendien kan Nederland een leidende rol spelen in mondiale duurzaamheidsinitiatieven, waardoor het bijdraagt aan het vaststellen van wereldwijde normen voor duurzaamheid.

3. Specifieke Ondersteuning voor Midden en Kleinbedrijf (MKB):
Met het oog op het ondersteunen van het MKB wordt toegang tot hulpmiddelen gewaarborgd, zodat kleine en middelgrote ondernemingen niet achterblijven in de transitie naar duurzaamheid. Daarnaast draagt deze benadering bij aan het handhaven van een balans in de markt, wat essentieel is voor het waarborgen van een divers en competitief bedrijfslandschap.

4. Verhoogde Transparantie:
Om de transparantie te vergroten, wordt heldere communicatie nagestreefd met betrekking tot regelgeving en verwachtingen voor alle marktdeelnemers. Een effectieve handhaving is hierbij cruciaal, omdat het garandeert dat de vastgestelde normen worden nageleefd en het vertrouwen in de markt ondersteunt.

Dynamiek rond de Norm

Nederlandse afval verwerker. Bron: NRC.

We moeten ook rekening houden met andere factoren. Een van de cruciale vragen die opkomen bij de implementatie van de Nationale Circulaire Plastics Norm is de reikwijdte ervan. Het is momenteel onduidelijk of alle polymeren, inclusief rubber, lijmen, kitten, verf en coatings, onder de norm vallen. Hoewel de insteek van de norm gericht is op alle sectoren, blijft het onzeker of er uitzonderingen zullen komen. Deze onduidelijkheid creëert uitdagingen voor bedrijven bij het voorbereiden en voldoen aan de norm.

De invloed van politieke veranderingen, vooral met betrekking tot het nieuwe kabinet, is een ander belangrijk aspect. De regeling kan van grote invloed zijn op recyclers en de bredere industrie. Afhankelijk van de politieke richting en prioriteiten kunnen er wijzigingen of verfijningen in de norm worden aangebracht, wat van cruciaal belang is voor de betrokken bedrijven.

De overheid heeft verschillende stimuleringsmaatregelen ingevoerd om bedrijven te ondersteunen bij de overschakeling naar niet-fossiele kunststoffen. Deze maatregelen zijn essentieel om deze overgang te versnellen:

Financiële ondersteuning: Er is 69 miljoen euro toegekend in het kader van de Voorjaarsbegroting 2024, met een totaal van 269 miljoen euro gericht op 2030. Deze fondsen zijn bedoeld om de implementatie van de norm te vergemakkelijken en te versnellen.

Individuele ondersteuning van bedrijven: Naast financiële steun is er ook aandacht voor individuele ondersteuning van bedrijven bij het aanpassen aan de nieuwe norm.

Gemeenschappelijk onderzoek: Er wordt nadruk gelegd op gezamenlijk onderzoek om innovatieve oplossingen en strategieën te ontwikkelen voor het behalen van de doelstellingen van de norm.

Investeringssubsidies: Subsidies bedoeld om bedrijven te stimuleren te investeren in technologieën en processen die bijdragen aan de circulaire economie en het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen.

In het kort

De Nationale Circulaire Plastics Norm heeft het potentieel om zowel de industrie als het milieu aanzienlijk te beïnvloeden. Hoewel er uitdagingen zijn, zoals de haalbaarheid en de economische impact, biedt de norm ook kansen voor innovatie en duurzaamheid. De Nederlandse kunststofindustrie staat aan de vooravond van een grote transitie, waarbij deze norm een cruciale rol zal spelen in zowel nationale als Europese contexten.

Deze blogpost is samengesteld op basis van informatie uit de rapporten Nationaal doel standaardisatie kunststoffen en Verplicht aandeel recyclaat of biobased in kunststoffen van CE Delft en informatie uit de presentatie van Martijn Reubzaet, van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat, tijdens het Nationaal Kunststof Congres 2023.

nl_NL